Bewoners van Nieuwe Statenzijl vóór de jaren ’50 van de vorige eeuw en daarna
Voorwoord Eind jaren 50 en in de jaren 60 van de vorige eeuw hebben Jurjen (roepnamen Jur, Jurrie, Jurn) Bakker en de webmaster van NDV in Nieuwe Statenzijl gewoond als buren. Jurjen heeft er langer gewoond dan ik. In dit verhaal beschrijft Jurjen Bakker de tijd dat hij in Nieuwe Statenzijl zijn jeugd door heeft gebracht. Hij/wij leven daar in volkomen vrijheid, met veel plezier. In een tijd dat de buren elkaar nog nodig zijn en elkaar helpen waar dat kan. Het is deels een nostalgisch verhaal over het verleden van Nieuwe Statenzijl. Jurjen schrijft ook dat hij nog steeds een aantal keren per maand de buurtschap bezoekt, net als ik dat doe. En toch zijn we elkaar daar nooit tegen gekomen. Jurjen is ouder dan ik. Als de dag van gisteren weet ik nog dat Jurjen ook graag visser wil worden, net als zijn vader. Een goed beleg op de boterham zit er niet in en dus wordt hij onderwijzer. Later doe ik datzelfde. Zelf bezit ik nog een aardrijkskundeboek van hem uit de tijd dat hij aan de kweekschool in Winschoten studeert: door mij uit de gracht gevist... Ook herinner ik me dat Jurjen op de kweekschool 'aanschouwingsmateriaal' moet maken. Zo laat hij mij op een dag een 'oase' zien die hij heeft gemaakt, compleet met palmbomen. Het is mij tot op heden een raadsel hoe hij dit kunstwerk ongeschonden in Winschoten heeft gekregen. Verder herinner ik me, dat hij tijdens zijn stage een dictee moet geven en die op mij oefent. Ik ga dan naar de lagere school in Drieborg en weet nog dat ik veel fouten heb gemaakt. Ondermeer heb ik het woord 'koning' midden in een zin met een hoofdletter geschreven. Het onderstaande verhaal is geheel van de hand van mijn voormalige buurman Jurrie en is door mij bewerkt (en soms iets aangevuld) voor NZD (HH).
De bewoners van Nieuwe Statenzijl Vanuit de Reiderwolderpolder, ingepolderd in 1874, kom je omstreeks de jaren ‘50 van de vorige eeuw en lange tijd daarna, eerst door een dijkgat en dan ben je in buurtschap Nieuwe Statenzijl aangekomen. De eerste twee huizen worden bewoond door respectievelijk de familie J. Bolland en J. Remmers. De mannen van beide families werken bij de Stadsboerderijen, als boerenarbeider1 op de tweede boerderij vanaf Nieuwe Statenzijl, waar destijds J. de Vries zetboer is. De gemeente Groningen is in die tijd de grootste boer van Nederland.
Als je die twee huizen gepasseerd bent, dan krijg je aan de rechterkant de laadwal. Een plek, de naam zegt het reeds, waar de goederen, zoals bieten, strobalen enz., die vervoerd moeten worden door schepen, een tijdlang opgeslagen kunnen worden om vervolgens in schepen te worden ingeladen en eventueel uitgeladen. Je bent hier de Westerwoldse Aa genaderd en gaat dan linksaf langs het genoemd kanaal, nadat je het bord met de tekst ‘Slechts ter bede toegankelijke weg Rijks Waterstaat’ bent gepasseerd.
Vervolgens loopt een niet al te brede weg langs een vijftal huizen en twee garnalendrogerijen naar de sluizen. In de berm langs de Westerwoldse Aa staan houten aanlegpalen met een ijzeren kop. Later zijn deze houten palen vervangen door betonnen palen. Aan het eind van WOII rijden de tanks met één zijde over de palen, waarvan sommige vermorzeld zijn en andere nog 10 cm boven het maaiveld uitsteken.
Het eerste huis aan de Westerwoldse Aa, eigenaar de familie Kool, is een twee onder één kap woning, waarvan de zuidelijke helft gevorderd en bewoond wordt in 1940-1945 door de Duitse Wehrmacht, de noordelijke helft wordt bewoond door familie Kool. Van oorsprong is de familie Kool binnenvaartschipper, maar vanaf de tijd dat ze in Nieuwe Statenzijl wonen, zijn het garnalenvissers op de Dollard. Rechts naast hun huis staat een garnalendrogerij.
Vervolgens staat iets verder van de weg af een huis, dat eigendom is van de gemeente Groningen en bewoond wordt door de familie Janssen. Harm Janssen is vaste landarbeider bij de gemeente Groningen en werkt op de eerste boerderij als je Nieuwe Statenzijl verlaat richting Drieborg. De heer Klaas Schipper is hier zetboer. Na vertrek van Harm Janssen en zijn vrouw Grietje Wiebrands naar Drieborg is het huis gekocht en bewoond door Harm Hillinga sr. en zijn vrouw Ebelbiena Hulsing met hun twee kinderen, Eggo en Manne. Na hun vertrek hebben zoon Eggo Hillinga, gehuwd met Geertje de Vries, en hun zoon Harm Hillinga jr., hier ook gewoond.
Vervolgens krijg je een huis dat toebehoort aan de familie De Boer. Dit huis is door mijn ouders in 1941 gehuurd en aldus ben ik op vierjarige leeftijd vanaf Hongerige Wolf in Nieuwe Statenzijl terecht gekomen. Dicht naast dit huis, aan de rechterkant, staat ook een garnalendrogerij. Deze drogerij is in 1941 afgebroken. Vervolgens ligt er een gracht van ongeveer 25 meter lang en pakweg 10 meter breed. Dan weer een garnalendrogerij en vervolgens een winkelhuis. Het huis gehuurd door mijn ouders en de twee drogerijen, alsmede het winkelhuis behoren aan de familie De Boer. De winkel wordt gerund door mevrouw Fennie de Boer, terwijl haar man Willem de Boer garnalenvisser is op de Dollard. Willem de Boer en zijn vrouw Fennie hebben twee zoons. Simon en Chris genaamd. Beiden zijn ook visser geweest op de Dollard, maar ze zijn allebei met vissen gestopt. Simon is een tijdlang sluisknecht geweest en daarna naar (Bad) Nieuweschans verhuisd, waar Simon bij de gemeente heeft gewerkt. Simon is getrouwd met Temke Rol, afkomstig uit Nieuweschans. Simon en Temke hebben hun laatste levensjaren in verzorgingstehuis ‘Blankenborg’ te Blijham gewoond. Ze zijn beiden nu overleden.
Chris de Boer is naar Nederlands Indië geweest als militair. Vervolgens is hij gevangenisbewaarder geweest te Winschoten. Daarna heeft hij de schelpenzuiger ‘Nieuweschans 1’ gekocht en vist hij op de Waddenzee schelpen, die vermalen worden tot grit in Oudezijl bij Nieuweschans. Op 16 december ’64 (jaartal niet precies bekend) is de ‘Nieuweschans 1’ onder Borkum vergaan. Schipper Chris de Boer, gehuwd met Maria Nieuwenhuis, halfzuster van mijn moeder, is levenloos aangespoeld op het Duitse eiland Norderney.
De knecht aan boord en afkomstig uit Spijk2 is levenloos teruggevonden in een half geopende drijvende reddingsboot op de Elbe door zijn broer. Deze broer is matroos op een kustvaarder, die toevalligerwijs richting Hamburg vaart. Hoe kan het verkeren…
Mevrouw De Boer doet nu de winkel. Een winkel in Nieuwe Statenzijl? Waarvoor is dat nodig? Is er dan klandizie? Jazeker is die er.
In die tijd is er veel scheepvaart. Veel binnenschepen vervoeren turf, aardappels, stro, suikerbieten, graan, grind, slijk enz. Bijna elke schipper bezit wel een klein bootje met een vrij sterke motor, een opduwertje genaamd, en een fel keffend schippershondje, een klein vlug hondje.
Vloeken en schreeuwen als er iets verkeerds gaat, behoort bij dit schippersvolk. Slijkvaarders halen slijk van de Dollard en brengen dit als ‘slik’, een soort kunstmest, naar Westerwolde. Dit is zeer zwaar handwerk en wordt met schop en kruiwagen uitgevoerd. Jenever is hen niet vreemd, liters zijn verzwolgen.
Na het winkelhuis van de familie De Boer komt een 100 meter lang stuk bouwland, hetgeen door de knecht van de sluismeester wordt bebouwd en geoogst, meestal voederbieten.
Na dit bouwgrond kom je bij het huis van de sluismeester IJdema. IJdema woont in een prachtig groot huis, omgeven door een keurig net geknipt meidoornheg.
Binnen de heg ligt een zeer goed onderhouden grasveld met mooie bloemperkjes. Als je bij IJdema moet zijn, moet je een prachtig smeedijzeren hek openen en vervolgens loop je over een net grindpaadje naar de stoep bij de voordeur. Hier kun je aan een bel trekken en dan verschijnt IJdema. Je vraagt IJdema vriendelijk of hij even een boodschap via de telefoon zou willen doorgeven.
Alleen IJdema heeft telefoon in die tijd. Hij moet elke dag per telefoon de waterstanden van de Dollard doorgeven aan Rijkswaterstaat en als het stormt uit het noordwesten en het Dollardwater hoog tegen de dijk staat, moet Rijkswaterstaat voortdurend op de hoogte worden gebracht van de waterstand.
Bij zeer hoogwater moet ook de dijkwacht worden ingeschakeld en als het kritisch wordt en het water één á twee meter onder de kop van de dijk komt, moeten de dijkgaten gedicht worden en moeten de boeren gewaarschuwd worden.
De bewoners van Nieuwe Statenzijl maken slechts gebruik van die telefoon als het zeer dringend is. Sluismeester IJdema is een echte heer, die beslist geen vuile handen krijgt. IJdema heeft een knecht in dienst die voor zijn tuin en schapen en koeien zorgt.
Ook is er bij zijn woning een appelhof, eveneens omgeven door een meidoornheg. Deze heg kan ons in die tijd niet voldoende beletten om in de herfsttijd geen bezoek te brengen aan de appel- en perenbomen.
Wij weten heel precies waar de lekkerste appels te vinden en te plukken zijn… Vanzelfsprekend zijn we bij genoemd spelletje ook wel eens betrapt en moeten dan hals over kop de tuin uit door een niet al te groot gat in de heg om geen oplawaai te krijgen. Rap zijn we dan we dan wel weer weg, maar zonder schrammen kom je er niet vanaf.
Na IJdema is de heer Maarten Kool sluismeester geweest en later diens opvolger de heer Leeuwerke. Leeuwerke is voor zijn benoeming te Nieuwe Statenzijl, sluiswachter geweest te De Bult, gelegen tussen Ulsda en voormalig Winschoterzijl. Momenteel is de heer Moret sluismeester3.
De heer Jan Dijkema, wiens vader ook sluisknecht is geweest te Nieuwe Statenzijl, wordt de laatste sluismeester en woont tegenwoordig in Nieuw Beerta. Zijn gezin is afkomstig uit een schippersfamilie.
Schuin tegenover het huis van de sluismeester ligt de schutsluis. Deze sluis is gebouwd in 1907 en dient voor het schutten van schepen.
Na deze sluis kom je bij het huis van de sluisknecht. In dit huis heeft de zoon van IJdema, Hendrik genaamd, met z’n gezin gewoond.
Vóór Hendrik IJdema woonde Jan Kool er. Jan Kool is sluisknecht geweest te Nieuwe Statenzijl en heeft jarenlang sluisdeuren met de hand open en dicht moeten draaien. Hij is de persoon, die de meeste schepen in Nieuwe Statenzijl heeft geschut.
Op latere leeftijd is hij nog brugwachter geweest te Nieuweschans. Hij heeft daar gewoond in de nabijheid van café Leeuwerke (Vadertje) en waar kapper Jan de Vries heeft gewoond.
Na Hendrik IJdema heeft Simon de Boer er als sluisknecht gewoond en vervolgens Harm Wezeman met zijn echtgenote, afkomstig van Termunten. Na hun vertrek is het huis afgebroken om er een nieuw sluizencomplex te bouwen.
Na het huis van de sluisknecht kom je bij de oude sluis uit 1874. Deze sluis is een spuisluis. Het overtollige water kan door deze sluis worden afgevoerd naar de Dollard. Deze sluis kan alleen schepen doorlaten als het water buitendijks gelijk staat met het water binnendijks en dit is meestal een zeer korte tijd.
Als je de oude spuisluis uit 1874 overloopt, ben je nog steeds op Nederlands grondgebied. Op dit land staat een boerderij (foto hierboven). Deze boerderij wordt verhuurd door de gemeente Groningen.
Hier hebben Fokke Janss Möhlenmann gehuwd met Hilke Loden van circa 1907 tot 1924 gewoond, de familie Johannes van der Kamp en Elizabeth Siemens van 1924 tot 1942 en Harm Hillinga sr. gehuwd met Hebelbiena (Biene) Hulsing, van 1942 tot half april 1945 gewoond en geboerd. In april 1945 is de boerderij zwaar beschadigd tijdens de bevrijding en vervolgens onbewoonbaar verklaard. Wel is het gebouw daarna nog gebruikt als schuur met een stal voor koeien en een paard. Harm Hillinga sr. wordt daarbij korte tijd geholpen door zijn zoon Eggo4, maar omdat het werk geen inkomsten oplevert voor twee gezinnen, vertrekt Eggo met zijn gezin naar de Oudeweg in Beerta om te gaan werken bij Everhardus Muntinga.
Klik op het pijltje > om het lied 'Genoat' van Ede Staal te horen. Album 'Mien Toentje'.
Terug naar Nieuwe Statenzijl Het gezin van Eggo keert na ongeveer vier jaar terug naar Nieuwe Statenzijl en huurt nu de boerderij en het land, omdat zijn vader het werk niet meer aan kan. Hij is daarvoor te oud geworden. Ze wonen dan van 1957 tot 1965 in de eerder genoemde woning van Janssen.
De familie Eggo Hillinga vertrekt in 1965 noodgedwongen naar een vrij nieuwe boerderij van Piet Westers te Heveskesklooster om daar zetboer te worden. Het land van Hillinga in Nieuwe Statenzijl moet namelijk gebruikt worden voor de aanleg van het nieuwe sluizencomplex en de verbreding van de Westerwoldse Aa.
Na het vroegere land van Hillinga ligt de grens met Duitsland. Deze grens bestaat slechts uit een ondiep slootje en daarna een klein opgehoogde kade van ongeveer 50 cm hoog.
Nieuwe Statenzijl, waar de mooie karakteristieke sluizen omstreeks 1986 zijn vervangen door een soort ‘crematorium’-achtig gebouw, een onding, een gedrocht in het landschap. Het heeft veel weg van een fabriek. Waar eens in dit buurtschap, bewoond door landarbeiders, een boer, vissers en daarbij de scheepvaart, voor veel bedrijvigheid heeft gezorgd, is dit streekje nu verworden tot een stil en verwaarloosd gehucht.
Foto: ©Harm Hillinga, 2018.
Boven op de zeedijk aangekomen zie je rechts een beeld van acht meter hoog, het is een waaiboei, die de windrichting en de sterkte van de wind aangeeft en turend over de Dollard zie je op de scheiding van slik en kwelder een vogelkijkhut, de ‘kiekkaaste’ zeggen ze hier. Beneden, buitendijks aan de voet van de waker5 liggen de boten van de ‘Dollardrobben’. Een bijna hopeloze ligplaats, die afhankelijk is van het getij om uit te kunnen varen en bij terugkomst moeten wachten op voldoende water om er te kunnen aanmeren. Dit hadden ze beter kunnen doen. Nu liggen de bootjes meestal op de slik.
Hier ben ik opgegroeid, hier heb ik mijn jeugdjaren doorgebracht. Die hoe gek het ook mag klinken, prachtig zijn geweest. Veel vrijheid en blijheid gekend. Genoten van de vrije natuur. Ondanks de vele veranderingen die zich hier hebben voorgedaan, bezoek ik zeker zes keer per maand dit voor mij nostalgisch plekje. Even de zilte geur van de Dollard opsnuiven en kijkend richting Emden komen al mijmerend de herinneringen van lang vervlogen tijden naar boven.
We blijven nog even terug in de tijd
22 december 1954 Een zogenaamde tweeling-orkaan zorgt voor buitengewoon hoge waterstanden en richt grote schade aan huizen, boerderijen en bomen in de drie noordelijke provincies. De dijk achter Uithuizen raakt zwaar beschadigd en het haventerrein van Delfzijl verdwijnt geheel onder water. De waterstanden langs de Waddenkust zijn hoger dan in de rampnacht van 1 februari 1953: Nieuw-Statenzijl meet 4,61 meter boven NAP, Zoutkamp - + 4,07 meter en Delfzijl - + 3,97 meter.
Gezicht vanaf de schutsluis naar de huizen te Nieuwe Statenzijl. De voorbereidingen voor de nieuwbouw zijn al begonnen, de eerste keten staan er al. De drogerij tussen het winkelhuis en het tweede huis is er niet meer. Die is tijdens een zware storm verwoest. Rechts kun je nog vaag de toenmalige binnendijk zien en achter het winkelhuis het dijkgat. Waar de dijk rechts nog zichtbaar is, ligt nu een weg en daarover rijd je nu naar de sluizen. Foto aangeleverd door Jurjen Bakker.
Buitendijks achter de schutsluis te Nieuwe Statenzijl vóór de nieuwbouw. Achter op het wad is nog géén kiekkaaste te zien. Hier hebben we gezwommen en van het remmingwerk gedoken en vervolgens van de muur (onderzijde foto nog net zichtbaar). Foto aangeleverd door Jurjen Bakker.
Buitensluis/spuisluis van 1874 te Nieuwe-Statenzijl. Op de voorgrond een beurtschip in de Westerwoldse A. Geheel rechts tegen de wal ligt de ‘plougbolle.’ Aan de achterkant zie je een soort hekwerk, dat omlaag kan worden gelaten, zodat het hekwerk voorzien van ijzeren punten over de bodem van het vaarwater kan worden getrokken. Een vaartuig om de Westerwoldse Aa op diepte te houden. Deze foto is ook reeds eerder te zien, doch nu duidelijker. Foto aangeleverd door Jurjen Bakker.
Door: Jurjen Bakker
Ede Staal, 'Nij stoatenziel'
Nij Stoatenziel, doe bist mien end en mien begun Doe bist mien moan, en doe bist ook mien zun En bie leeg wotter spaigelt Dollerd zich in 't sliek Nij Stoatenziel, doar wil ik strunen achter diek, oh joa Nij Stoatenziel, doar wil ik strunen achter diek
Vlak achter Drijburg in mien mooie polderlaand Ligstoe te dreumen aan die gruine diekenraand En in November zai 'k de ganzen in heur vlucht Ze schreven dien noam tegen de strakke blauwe lucht, oh joa Ze schreven dien noam tegen de strakke blauwe lucht
Nij Stoatenziel, veur wel de rust en roemte wil Doar staait 't tij en sums de tied nog even stil En bie leeg wotter spaigelt Dollerd zich in 't sliek Nij Stoatenziel, doar wil ik strunen achter diek, oh joa Nij Stoatenziel, doar wil ik strunen achter diek Nij Stoatenziel, Nij Stoatenziel Nij Stoatenziel, Nij Stoatenziel
Klik op het pijltje > om het lied 'Nij Stoetenziel' van Ede Staal te horen.
Klik hier voor een fotoalbum van Nieuwe Statenzijl, vroeger en nu.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|